Irma en haar man runnen al negen jaar Warung Rahayu in Oud-West. Patricia ging woensdag lunchen bij deze Surinaams-Javaanse zaak. Ze kreeg ‘een scheut energie’ van de kippensoep en genoot van de setting.
Oorlog in het Midden-Oosten en in Oekraïne. Voor ‘het gemak’ vergeet ik even dat vorig jaar in Sudan een nieuwe burgeroorlog uitbrak, waardoor volgens het Rode Kruis 25 miljoen mensen in nood zijn. Dichter bij huis steggelen kabinetsleden over vrijwel elke zucht die een ander slaakt. Dat Trump de Amerikaanse verkiezing won, vind ik ook om te janken. Met hem komt er vast nog meer chaos en verdeeldheid op de wereld.
Specialiteit van het huis
Je leest het: ik heb vandaag niet mijn lolbroek aan. Terwijl ik eigenlijk niets te klagen heb. Sterker nog, in Amsterdam heb ik de luxe om af en toe het nieuws op afstand te zetten. Vandaag deed ik dat door Warung Rahayu in de Rhijnvis Feithstraat 51 te bezoeken en de specialiteit van het huis te bestellen: de kippensoep (saoto). Volgens Gilles van der Loo, de vorige Parool-recensent, is deze soep ‘voortreffelijk’. Ook de mannen van Tip de Toko prijzen de soep aan en noemen Rahayu ‘een van de beste toko’s (misschien wel de beste) rond de Overtoom’.
Soto versus saoto
‘Rahayu’ betekent ‘geluk, tevreden en gezegend’ in het Indonesisch. En ik heb het gevoel dat ik daar een portie van krijg als ik naar binnen ga. Wanneer ik een grote saoto bestel (8 euro), lacht de man achter de vitrine. “Ben jij Indo?” Ik knik en hij doet hetzelfde. “Ik ben Javaans, maar kom uit Suriname.” De kippensoep (saoto) die hij hier serveert is de Surinaamse versie van de bekende Javaanse kippensoep (soto). De soepen lijken op elkaar, maar verschillen wel. In soto zit bijvoorbeeld geelwortel, terwijl die in saoto ontbreekt.
Familiebedrijf
Trots vertelt hij dat zijn vrouw Irma elke dag een grote pan saoto maakt. “Alles wat we verkopen is vers. Het is veel werk, maar daarom hebben we veel klanten.” Aan reclame doet dit familiebedrijf niet: “Bij ons gaat het van mond tot mond.” Hij en zijn vrouw runnen de zaak al negen jaar. “We kunnen je eten laten bezorgen. Maar langskomen is gezelliger, ja toch?”
Opkikker
Vijf minuten later hang ik boven een grote bak dampende soep met rijst ernaast. “Eet maar lekker. Pas wel op met de gele sambal. Die is erg heet.” De soep heeft verschillende fijne smaken: een bouillon met diepte, dáár houd ik van. Knapperige taugé, zorgvuldig gesneden selderij, lekker veel kip. Bij Rahayu is het genieten geblazen. De saoto geeft me een scheut energie; het is een opkikker! “Ja, dat horen we vaak. Uit Culemborg, uit Utrecht. Mensen komen overal vandaan voor onze soep. Onze saoto is echt goed, ja toch?”
Stilleven
Behalve van de soep geniet ik van de setting. De warung is wars van opsmuk. Waarschijnlijk is de inrichting hetzelfde als negen jaar terug. Warung Rahayu blijft zichzelf. En dat heeft iets geruststellends. In de vitrine mixen zakjes sambal met zakken kroepoek en losse snacks. De keuken zit er zowat pal achter. Houten schilderijen met tropische taferelen aan de muren, vaasjes met roze anjers op de tafels. Een interieur als een stilleven.
Bekrast
Gasten druppelen binnen, voor rijst met bruine bonen, kokosdrank dawet of broodjes ajam pedis. Naast me eten twee vriendinnen een berkat, een mini-rijsttafel met onder meer bami, gele rijst, goedangan (groente met kokos), rundvlees, kip en sambal goreng tempeh (14,50 per persoon). Kalm en vriendelijk helpt de man de een na de andere gast. Tussendoor kijkt hij dromerig naar buiten, waar het straatleven voorbij glijdt. “Kom gerust nog eens terug”, zegt hij bij het afrekenen. “Doe vandaag maar rustig aan.” Warung Rahayu is de liefste plek om te schuilen voor de realiteit. Blij dat ik deze toko heb gevonden!