Woongebouw de Verfdoos aan de Slotermeerlaan wordt gezien als een icoon uit de wederopbouwarchitectuur. Verderop staat sinds 2019 het nieuwe gebouw van basisschool Veerkracht, dat ook hard op weg is om een icoon te worden. Architect Ard Hoksbergen won onlangs de prestigieuze Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten voor zijn ontwerp.
Behalve 20.000 euro leverde de toekenning ook veel lof op. ‘Een prestatie van uitzonderlijke, hoogwaardige architectonische kwaliteit, die toekomstige generaties inspireert en die tot voorbeeld strekt’, aldus de jury. Hoksbergen (1981) laat zich inspireren door de omringende architectuur van de wederopbouw in Nieuw-West.
“Het interieur van de school wilde ik graag sober houden omdat het uiteindelijk vol komt te hangen met werkjes, jassen, tassen en vluchtplannen”, aldus Hoksbergen, die om de hoek woont. “Als architect vind ik het leuk om niet alles te bepalen, maar ruimte te laten voor het onbekende. In de praktijk weet je niet precies hoe een gebouw gebruikt gaat worden. Elk klaslokaal is anders ingericht en elke leerkracht heeft zijn eigen manier van lesgeven.”
Vleermuizen
Hoksbergen kijkt graag naar België en Scandinavië. “Met name in België kunnen ze met heel beperkte budgetten fantastische schoolgebouwen maken. Ik had ook met een budgetbeperking te maken. In het oude gebouw zaten vleermuizen, waardoor er twee jaar moest worden gewacht met slopen. Juist in die periode stegen de bouwkosten, waardoor we opnieuw naar het ontwerp moesten kijken. Maar ik merk dat creativiteit bij mij vooral naar boven komt als er een beperking is.”
Grote dozen
“Zowel in stedenbouwkundige opzet als in stijl heb ik aansluiting gezocht bij de omgeving. De meeste scholen worden gebouwd als grote dozen omdat het allemaal zo compact en goedkoop mogelijk moet. Veerkracht zit op een slimme manier in elkaar waardoor het lijkt alsof het uit meerdere stukken bestaat, maar toch compact is. Het schoolgebouw sluit veel meer aan bij de schaal van de buurt.”
Optimisme
In de wederopbouwarchitectuur zijn met beperkte middelen zoveel mooie dingen gemaakt, zegt Hoksbergen. “Het optimisme straalt ervan af. Na de oorlog was er gewoon echt geen geld. Er waren niet genoeg metselaars, dus zijn ook postbodes gaan metselen. Als je goed kijkt, zie je hoe op sommige plekken alles schots en scheef staat. Maar als je wat meer afstand neemt, zie je ook hoe mooi de verhoudingen zijn. Soms zijn er verwijzingen naar de vooroorlogse architectuur met iets meer detail en verfijning. Tegelijkertijd zie je ook hoe modern het is met bijvoorbeeld de grote raamopeningen. Ik kan die architectuur heel erg waarderen.”
Supernormal
Hoksbergen maakt deel uit van een generatie architecten die Supernormal wordt genoemd. “Supernormal is een tegenhanger van de Superdutch, een groep architecten die fantastische gebouwen heeft ontworpen in een tijd dat er heel veel geld was. Supernormal staat voor architectuur die weer iets meer met de beide benen op de grond staat. Juist met basic materialen en een nuchtere manier ontstaat er een nieuwe soort architectuur.”
Iconen
“Je ziet dat de Superdutch generatie nu iets nuchterder wordt en de Supernormal juist richting de Superdutch beweegt door gebouwen te ontwerpen die misschien niet schreeuwerig zijn, maar wel subtiele iconen worden. Gebouwen waar je elke dag langs fietst en die je ineens opvallen. En dat over vijftig jaar nog steeds. Dat is wat ik nastreef als architect.”