Column Martine: Rennen zonder rukkers

Hoogstins2024

Het groepje mannen dat zich altijd ophoudt bij het gebouw van het Filmmuseum laat een goedkeurend gebrom horen. ‘That’s my girl’, roept er een. Ik kijk om me heen. Gaat het over mij?
Ik ben 45 en ben als ik hardloop bepaald geen hertje, eerder een Hushpuppy. Vleiend vind ik het ook niet, nageroepen worden terwijl ik ren.
Maar het kan erger. Vorig jaar, toen ik nog niet zo ver kon rennen als nu en halverwege het Vondelpark een iets smaller paadje koos om af te snijden, werd ik op een goede ochtend een mannenhoofd gewaar. Hij keek me glazig aan. Toen ik naderde, zag ik wat hij aan het doen was. Hij was zich aan het aftrekken.
Ik liep door, niet zo heel goed wetend wat ik moest denken, voelen of doen. Even was er de twijfel aan mezelf: had ik niet per ongeluk koers gezet naar een rukkersbosje? Het voelde op een of andere manier smerig, wat ik raar vond. Want misschien ging dat rukken wel helemaal niet over mij. Maar moest ik nou iemand bellen of gillen of gewoon doorlopen? Ik deed het laatste.
Gillen heb ik wel ooit gedaan hoor, ooit in het Rembrandtpark, op klaarlichte dag. ‘Gore klootzak’, riep ik. Achterin het park loop je tussen de bomen. Een man kwam me tegemoet, hij keek me niet aan wat ik vreemd vond. En als je elkaar nadert op zo’n pad wijk je uiteen. Hij kwam juist dichterbij. En Pets! Hij gaf me een tik op mijn kont. Voor ik door had wat er was gebeurd en ik me omdraaide om hem achterna te rennen, was hij mij al ver voor. Zoals ik al zei, ik loop als een Hushpuppy.
Behalve gillen deed ik ook niks, behalve excuserend glimlachen tegen het verschrikte oudere echtpaar dat zijn hondje aan het uitlaten was. En ik liep weer door.
‘Zo snel mogelijk vergeten’, dacht ik iedere keer. Maar steeds als ik die paadjes neem, ben ik -bang wil ik het niet noemen- nu ja, extra alert. Maar omlopen, dat vertik ik. Zeker op klaarlichte dag, want daar gaat het hier steeds over.
Maar vertel eens, mede-hardloopsters -hertjes en Hushpuppy’s. Worden jullie nou ook nageroepen, lastig gevallen, of zelfs aangerand tijdens het hardlopen? Of nemen jullie altijd de grote weg, in plaats van een paadje waar je het risico loopt ongezien de struiken in te worden gesleept? Ik vertik dat. Want ik vind dat je in Amsterdam of waar dan ook overdag in een park in je eentje moet kunnen sporten. Wat je eraan moet doen, weet ik eigenlijk niet. Misschien toch stoppen en hard gillen. Dat heb ik dan dus nu even gedaan.

Martine de Vente

 

DeWestkrant