Restaurant BAUT is sinds 27 januari open en brengt zelfs op een maandag reuring in de Spaarndammerstraat. Patricia at er picobello, maar zal het de volgende keer anders aanpakken.
“Wat een slijmbal. Zo’n gast verpest het voor de rest van ons”, moppert mijn tafelgenoot. We zijn in de Spaarndammerstraat bij de zesde locatie van rondtrekkend restaurant BAUT. Onze buurman schuift de stoel van zijn vriendin naar achter om haar te laten zitten en schuift de stoel daarna aan. Rimpelloze outfits, schoenen die tot op de millimeter zijn gepoetst. De tergende zelfverzekerdheid die je op de Zuidas vaak ziet. Wat is dít? Een invasie der kakkers?
Het is maandag, maar qua drukte lijkt het wel vrijdag. We kijken beter rond en kalmeren al snel. Oké, we spotten aardig wat lamswollen truien en zelfs een zegelring, maar ook baggy trousers en spannende decolletés. De ruimte – voorheen de Magdalenakapel – is gigantisch, maar voelt even intiem als een kruising tussen een Parijse nachtclub en een Spaans barretje uit een film van Pedro Almodóvar. Warme kleuren overheersen, in verschillende tinten blauw, roze en groen. Muurschilderingen, een hemelbed, een vogelkooi met Venetiaans masker. Het decor van Baut is één groot rariteitenkabinet. Je krijgt automatisch zin in het spelletje ‘ik zie, ik zie, wat jij niet ziet’.
Op de kaart staan verrassende creaties van seizoensproducten. “Qua portionering zijn alle gerechten tussengerechten”, aldus de soepele ober. Onze bestelling: maiskip met truffel, een salade van aardappel, linzen en karnemelk (10,50 euro), eend met savooiekool, mosterd en pruim (14,50 euro) en drie bijgerechten, waaronder friet.
Als ik de salade eet, weet ik weer wat een delicatesse een gekookte kwaliteitsaardappel kan zijn. De maiskip smelt op de tong, maar dé held van de avond is de eend: mooi rood vanbinnen, maar toch ongelooflijk mals. In combinatie met de vlezige pruim en de romige mosterdsaus levert dat een waanzinnig mondgevoel op; alsof je gehemelte een goede massage krijgt. Mijn tafelgenoot beweert dat hij er wel drie porties van op kan.
Dat het eten hier picobello is, verrast me niet; eigenaar en chef-kok Michiel van der Eerde heeft een reputatie hoog te houden. Ik neem me wel voor om het de volgende keer anders aan te pakken. We nemen dan twee gerechten extra en ieder een nagerecht. En nog iets: blijkbaar was ik nogal duf bij het bestellen, want de rekening is hoger dan verwacht. “Lijkt brood met truffelcrème u wat”, had de ober gevraagd. Hij had dat zo luchtig gevraagd dat het leek alsof we een cadeautje kregen. Niet dus: 4,50 euro. De maiskip staat met en zonder eendenlever op de kaart, een verschil van 3,50 euro. Wij kregen automatisch de dure versie (en genoten van de eendenlever – dat dan weer wel). Zijn we erin geluisd? Ik houd het er maar op het mijn eigen schuld is.
Weet je trouwens dat je binnenkort bij BAUT meer kunt doen dan eten en drinken alleen? Op de eerste verdieping start vanaf 7 februari de programmering van De Woensdag Club. Een Amsterdamse kunstenaar zal dan zijn geëxposeerde werk toelichten. Op 21 februari haalt BAUT FuckUp Nights Amsterdam in huis. Vier gasten zullen dan hun grootste (professionele) flater onthullen. Voor de complete programmering: check de FB-pagina.