Eerst dacht ik dat het aan mij lag. Sinds ik verliefd ben geweest op een Libanees-met-baard, heb ik een meer dan gezonde fascinatie ontwikkeld voor mannelijke gezichtsbeharing. Zeg maar gerust een fetisj. In het begin beperkte zich dat nog tot een Pavlov-reactie bij elke minimaal zwaar bestoppelde wang die ik tegenkwam, maar inmiddels zie ik ook overal in West barbershops opduiken.
Ik ken het fenomeen uit Beiroet. Daar wemelt het van de aftandse zaakjes met twee vervelde stoelen en een oud mannetje met schort en mes. Mijn geliefde maakte er zo’n beetje dagelijks een pitstop voor een trimbeurt, een vlijmscherpe lijn rond de lippen of een snel crèmepje om de haren te verzachten. Het was een ongeschreven regel dat je daar als vrouw niet naar binnen ging – ik wachtte altijd in de auto – maar dat maakte het gluren naar dit tafereel van old school testosteron des te spannender.
Ik weet dat er trendy Westerse varianten zijn. Hippe vintage salons met getatoeëerde barbiers, waar ze whisky serveren. Maar de barbershops die ik in West spot zijn anders. Zonder opsmuk. Dat zouden best eens mannenwalhalla’s à la Midden-Oosten kunnen zijn, die ik misschien pas opmerk nu ik verga van liefdesheimwee.
Geen betere manier om erachter te komen dan een persoonlijk marktonderzoekje. Ik heb er mijn zaterdagmiddag aan besteed. En wat blijkt? De barbershops zijn nieuw. Althans: de uithangborden. Meeliftend op de baardentrend, dopen allochtone kappers hun unisex salons om in ‘barbershop’, zo vertelde een trotse Syrische eigenaar me. Zijn zaak heet sinds jaar en dag ‘Daphne’s Haarstudio’ (met dito interieur), maar de plakletters met logo van scheermes op de ruit zijn kortgeleden toegevoegd. Dat ik de barbershops in Beiroet kende vond hij geweldig. Hij voorspelde dat ‘dat’ hier nu ook ging komen. Een prijslijst had hij nog niet, maar, zo verzekerde hij me, het is ‘heel goedkoop’. ‘En u kunt ook nog gewoon terecht, u kunt samen met uw vriend komen. Wanneer komt hij weer?’ Op dat punt stokte ik even. Ik had het hart niet hem te zeggen dat mijn vriend mijn vriend niet meer was en nooit zijn klant zou worden. ‘Eh, dat weten we nog niet precies’, mompelde ik. Met zijn kaartje op zak vertrok ik naar het volgende adres, Bosphorus Barbershop. Als een echt baardenmeisje.