Nora: ‘Mijn taak is volbracht als ik mensen blij heb gemaakt’

Beeld: Renée Burger
Hoogstins2024

Nora Aamour is al jaren een actieve vrijwilliger in de Staatsliedenbuurt. In 2011 heeft ze een organisatie opgezet waarmee ze verschillende activiteiten voor vrouwen organiseert. Zelf zegt ze dat dat komt doordat ze zichzelf eenzaam voelde toen ze in Nederland kwam wonen. Ze miste dingen zoals sociale contacten of de Nederlandse taal, die ze nog niet helemaal beheerste.

door Renée Burger

“Ik had opeens het besef dat ik meer voor mezelf moest gaan doen. Ik wilde naast het zorgen voor mijn kinderen actief bezig zijn met mensen helpen. Ik werd vrijwilliger bij het buurthuis De Waterval. Daar heb ik Darifa ontmoet. We leken op elkaar, we hadden hetzelfde doel: Mensen helpen met dingen waar wij vroeger tegenaan liepen.”

“Op een gegeven moment gingen Darifa en ik van het buurthuis De Waterval naar de plek waar we nu zitten. Een ruimte in de stichting van de Koperen Knoop. Darifa en ik wilde verder gaan met mensen helpen, maar we hadden helemaal niks. Geen materiaal, geen geld, helemaal niks om iets op te zetten. We besloten om cursussen en workshops te gaan volgen die door de organisatie ‘Samenwonen-Samenleven’ werden georganiseerd. We kwamen met een plan voor een organisatie om vrouwen uit de buurt te helpen. De gemeente vond het een goed idee en uiteindelijk zijn we gekozen om de organisatie op te zetten. ‘Samen Sterk Vrouwen West’, zo heten we nu.”

“Het heeft lang geduurd, maar uiteindelijk kregen we verschillende materialen om activiteiten mee te organiseren. Zo kregen we fietsen om de vrouwen te leren fietsen, maar ook naaimachines om hier cursussen over te geven. Vanaf maandag tot en met donderdag gaven we verschillende activiteiten aan allerlei vrouwen uit de buurt. Iedereen was welkom.”

“Zo zijn we jarenlang doorgegaan. En toen kwam corona. Alle activiteiten werden stopgezet. We hielden een spreekuur met alle vrijwilligers van de organisatie. Er moest wat gebeuren, vonden we. We merkten dat dakloze mensen af en toe eten aan ons kwamen vragen. Samen met de vrijwilligers hebben we er toen voor gekozen om hier iets mee te doen. ‘Laten we koken voor de dakloze mensen’, zeiden we tegen elkaar.”

“Op dat moment was het ook Ramadan. Een hele maand lang hebben we toen elke dag voor ongeveer driehonderd mensen gekookt. Na de Ramadan zijn we dit op elke dinsdag blijven volhouden. Het is nu al twee jaar verder en het gaat écht goed. We begonnen met driehonderd voedselpakketten op één dag. Dit is opgelopen naar soms wel achthonderd voedselpakketten. De rij gaat soms tot meters over de brug.”

“We worden een beetje gesponsord door verschillende fondsen, we krijgen een klein bedrag van de gemeente, maar ook de buurtbewoners doneren. Zowel geld, kleding als eten krijgen we van mensen uit de buurt. Met alle donaties zorgen wij dat we elke dinsdag weer iets lekkers kunnen koken.”

“Het koken begint al vroeg in de ochtend. Soms zelfs al één dag van tevoren. Dat hangt af van wat de vrijwilligers willen maken. De ene keer is het natuurlijk een moeilijkere maaltijd dan de andere keer. Meestal zijn we rond 17.00 uur klaar en gaan we uitdelen. Er ontstaat rond dat tijdstip altijd een lange rij met mensen die graag een maaltijd willen hebben.
Het gaat niet alleen om het uitdelen van de maaltijden, maar ook gaat het over gesprekken hebben met de daklozen. Door een praatje met ze te maken kom je erachter waar ze tegenaan lopen. Zo proberen we erachter te komen wat voor problemen er nog meer zijn. Soms kunnen we ze ook met die problemen helpen. Zo hebben we al een paar keer jassen, schoenen en sokken uitgedeeld.”

“Daarnaast hebben we het tijdens de gesprekken ook over andere dingen. Zo was er een keer een man die vertelde dat hij van beroep kok is geweest. Hij bood ons aan om hier te komen helpen koken voor de mensen. Dit heeft hij een paar keer gedaan. Hij is gestopt omdat hij weer een baan als kok kreeg.”

“De dakloze mensen die op dinsdag hun avondeten komen halen zijn zo blij en dankbaar. Het is niet te beschrijven hoe ik me voel als ik dat zie.”

DeWestkrant