Druk is het bij de Voedselbank in Bos en Lommer. Vrijwilligers maken donderdagmiddag de pakketten klaar in de Erik de Roodestraat; buiten onder de poort wachten klanten op etenswaren om ze de week door te helpen.
Zo’n 125 gezinnen halen hier op weekbasis voedselpakketten. “Daar zitten gezinnen bij met vier of zes kinderen. Het gaat ongeveer 450 personen”, zegt coördinator Isa Seven. Klanten zeggen hem gedag en bedanken hem. “Echt een fijne kerel”, zegt een man die zijn tassen heeft gevuld met onder meer wraps, melk, groente en fruit.
Al 18 jaar deelt Seven voedsel uit aan mensen die dat hard nodig hebben. De eerste tijd ging dat via moskeeën en kerken, nu als onderdeel van de Voedselbank Amsterdam. Seven heeft de armoede zien toenemen. “Vooral de laatste twee jaar sinds corona en de economische crisis.”
Nooit laat hij mensen vertrekken met lege handen. Om in aanmerking te komen voor hulp van de Voedselbank moet eerst formeel worden vastgesteld dat het inkomen onder een bepaald bedrag ligt. “Hier krijg je eerst een noodpakket nog voordat je bent ingeschreven.”
Zijn motivatie haalt hij uit zijn geloof en uit het feit dat hij Amsterdammer is. “Als je gaat slapen en je buren hebben honger, dan ga je helpen. Anders ben je geen goede moslim. Ook als Amsterdammer wil ik iets betekenen voor anderen. Dit is onze stad, onze buurt. Ik heb ook een heel goed team vrijwilligers waarvan sommigen al 17 jaar helpen.”
De drempel om aan te kloppen bij de Voedselbank is voor velen hoog, denkt Seven. “De schaamte is nog steeds groot. Veel mensen durven zich daarom niet aan te melden.” Hij vreest dat nog veel meer Amsterdammers in stilte in de problemen zitten.
Stadsdeelvoorzitter Fenna Ulichki ging donderdagmiddag langs om Isa Seven te bedanken voor zijn jarenlange inspanningen. “Het is ongelooflijk dat we in zo’n rijk land leven en de armoede alleen maar toeneemt”, zegt ze tegen hem. “Dat is heel zorgelijk. Maar ik ben blij dat er vrijwilligers zijn zoals jij.”