Als er iemand is die goede feestjes geeft, dan is het wel mijn tante Evie. Als kind stond ik vooraan op al haar feestjes. Logisch, er viel ook veel te halen. Pandancake en chocoladetaart met rum, bijvoorbeeld. ’s Avonds kregen we rijst met een pittig gerecht van krokant rundvlees: daging dendeng blado. Tussendoor trakteerde ze op Indische macaroni, risolles en huzarensalade met biet. Mijn kaken draaiden overuren.
Signature dish
Ik denk nog vaak terug aan die tijd, zoals vandaag bij Toko Nhonindo in de Burgemeester van Leeuwenlaan. Deze zaak is in de plaats gekomen van Toko Java. De nieuwe eigenares, Johanna Pangkey, werkte zeventien jaar bij Nuon, op de afdeling finance. Totdat ze besloot om iets te doen wat ze écht leuk vindt: koken, koken en koken. Haar man, Peter Tamminga, springt bij wanneer hij kan. Op de kaart van hun restaurant staan usual suspects als sambal goreng boontjes, kipsaté en rendang, maar ze verkopen ook de signature dish van mijn tante: blado. Tussen de snacks duikt ook een van mijn favoriete snacks op: risolles.
Kleurrijk bord
De meeste mensen komen afhalen, maar je kunt er ook zitten. Naast ons eet een man Javaanse kippensoep. Hij is hier nu al voor de vierde keer in de twee weken dat de toko open is. De kaart draait om rames in drie varianten: klein (7,50 euro), kleiner (5,50 euro) en groot (9,50 euro). Mijn tafelgenoot kiest de grote versie met nasi kuning en onder meer makreel in pittige sambalsaus, sayur lodeh en boontjes. Het ziet er prachtig uit, lekker kleurrijk met die gele rijst. Vergeleken bij zijn bord ziet dat van mij er duf uit: witte rijst, een ei in gele kokossaus, tofu in kokossaus en blado.
Sulawesi
Als ‘opwarmer’ hap ik in de risolles, die een veel minder knapperige korst heeft dan die van mijn tante. De kippenragout is opvallend zoet. Mijn tante deed er ook wortel in, maar hier zit er net even meer in. Ook lijkt het alsof er kerrie of zo bij is gedaan – dat hoeft voor mij niet zo. Aan de overkant is het stil. Meneer schraapt het bord rap leeg. “Goede prijs-kwaliteitverhouding”, mompelt hij. Ik heb minder geluk. Mijn blokjes tofu smaken net zo suf als ze eruitzien. Het helpt ook niet dat het ei erbij dezelfde soort saus heeft. Ik had voor meer contrast moeten kiezen. De blado is wel écht wat anders. Maar haalt het net niet bij die van mijn tante. Háár rundvlees was altijd perfect droog en krokant. Het vlees hier heeft meer de textuur van een stoofgerecht. Ook mis ik de gebakken aardappels die zij er altijd bij deed. Maar volgens mijn moeder is die toevoeging ontstaan in de stad waar ze vandaan komt: Menado op Sulawesi.
Trots
Terwijl ik wegzweef naar die goede ouwe tijd waarin mijn tante altijd feestjes leek te geven, haalt een aardige medewerkster onze lege borden op. Of we uit de buurt komen, vraagt ze. We leggen uit dat we uit Westerpark komen en dat we wel eens bij de voorganger – Toko Java – zijn geweest. “Het is heel erg veranderd, toch? Kijk, rood en wit op de muren. Dat was vroeger niet zo. Maar waar we nog het meest trots op zijn, zijn onze toiletten. Die moeten jullie echt zien.” Voordat we daarvoor kunnen bedanken, kijken we al tegen de pleepotten aan. We zijn sprakeloos. Ze schudt nog net niet haar hoofd. “Als jullie die wc hadden gezien, dan hadden jullie wél begrepen waarom wij zo trots zijn.”
https://www.facebook.com/tokonhonindo/