Ik zit in de keuken met mijn Libanese vriend Elie. Hij heeft zijn moeder in Beiroet aan de telefoon. ‘Ze zegt dat ik mijn baard moet afscheren, nu meteen’, vertaalt hij de opgewonden monoloog die ik aan mijn kant van de tafel kan horen. Op een andere dag zouden we hier lol om hebben. Dan zou hij zeggen: ‘Mammááá. Amsterdam-West zit vol mannen met baarden.’
Wat hij haar vandaag antwoordt kan ik niet verstaan, maar ik zie dat het iets anders is. Zijn mond lacht, zijn ogen doen niet mee. Gistermiddag zat hij met een vriend twee straten verderop aan een espresso. Een Marokkaanse jongen informeerde waar ze vandaan kwamen. ‘Ik uit Libanon, hij uit Syrië’, zei Elie. Dat laatste ontlokte een reactie die hij tegenover mij niet had willen herhalen. Toen moesten de bommen in Parijs nog ontploffen.
Het is zaterdagmiddag. We hebben Twitter openstaan en bekijken onze Facebook-tijdlijnen, voor een deel gevuld met dezelfde berichten. Franse vlaggen, nieuwsfoto’s. Woede en solidariteitsbetuigingen van onze eigen internationale community uit Amerika, Engeland, Duitsland, Frankrijk, België, Roemenië, Letland, Brazilië. Onze Libanese vrienden doen dat al sinds de twee zelfmoordaanslagen in Zuid-Beiroet afgelopen donderdag. Ook opgeëist door IS.
Er ontstaat discussie. Waarom zien we geen profielfoto’s met de Libanese vlag? Waarom geen safety check voor Beiruti’s? Parijs een aanslag op humanity en Beiroet niet? Het gaat maar door. Over Amerikaans imperialisme, over de islam en de koran en dat westerlingen nu eenmaal cultureel meer met elkaar verbonden zijn. Zelfs het selecte gezelschap op mijn tijdlijn laat zich verdelen in ‘wij’ en ‘zij’. Ik plaats geen enkele vlag.
‘Wat heb je nou tegen je moeder gezegd?’ vraag ik aan Elie. ‘Oh, dat ze me met die drie oorbellen van mij echt niet voor terrorist aan zullen zien. En dat ik desnoods een rok en hoge hakken aan doe, maar die baard blijft.’ ‘Goed zo’, zeg ik. We gaan naar buiten. Het regent en in de bomen in de Jan Evertsenstraat hangen de jerrycans voor de feestdagen. Arabische mannen houden van hun baard. Nederlandse ook, want het is mode. We komen veel mannen met baarden tegen op weg naar de Albert Heijn. Gewoon zoals elke andere dag.