Sportlerares Khadija Bouras (41) houdt van West en gaat niet graag het stadsdeel uit. Met haar veelvuldig bezoek aan het Erasmuspark heeft ze daar de inofficiële titel ‘burgemeester’ verworven. “Ik kom altijd iemand tegen met wie ik kan kletsen.”
Lievelingspark
“Erasmuspark! Absoluut op nummer 1. Waarom? Ik heb een eigen tuin om de hoek, maar wil toch altijd dáár buiten zitten, daar is het gezelliger. Ik kom er altijd iemand tegen met wie ik kan kletsen. Laatst heeft Niels van Terrasmus me op een post ‘burgemeester van Erasmuspark’ genoemd. Ik ken iederéén hier.”
Mooiste straat
“De Hoofdweg, daar woon ik al tien jaar. Mijn zoon Raphaël is er geboren, mijn dochter even verderop, op het Columbusplein. Het zijn allebei West-kindjes.”
Sporten
“Ik geef les bij Vondelgym op de Overtoom, en Mom in Balance in het Erasmuspark. Twee hele leuke banen, en beide in West. Ernaast doe ik nog personal training en geef ik voedingsadviezen.”
Kinderen
“We gaan naar Candy Castle, als het regent, en de kinderen boksen bij Vondelgym. Ik moet de kinderen meeslepen naar het Erasmuspark, ze vinden het irritant dat iedereen me kent, maar terug naar huis is ook áltijd moeilijk. Als je geen kinderen hebt dan is het Erasmuspark niet leuk. Je struikelt hier over de kinderen. Met vrienden zonder kinderen spreek ik hier niet af.”
Ik wil nog ontdekken
“De fruittuinen van West, en: knappe mannen! Er is één man in het Erasmuspark die ik heel leuk vind. Op dinsdagavonden, als ik stond les te geven, ging hij hardlopen, en zeiden we elkaar steeds gedag. Toen kwam ik hem een keer tegen in vrijetijdskleding, en herkende ik hem bijna niet. Gingen we kletsen, vertelde hij dat hij 41 was en hardlopen inmiddels stom vond. Het kletsen beviel, ik vond hem nóg leuker. Mijn dochter heeft me al heel vaak over ‘de hardloper’ gehoord.”
Horeca
“Ik ben altijd in West te vinden. Met vrienden spreek ik af bij Bar Baarsch of Zürich, voor een witte wijn. Altijd in West. Met de kinderen en hun vader gaan we met verjaardagen uit eten. Het Wilde Westen is traditie, maar laatst zijn we bij Van ’t Spit geweest.”
Wat mag er weg
“Grofvuil. Ik heb een container voor de deur, die ik inmiddels heb geadopteerd. Daar is het élke keer raak. En het Bos en Lommerplein, dat is zo treurig.”