In de rij voor poffertjes én sfenj, Marokkaanse donuts

Sfenj-kraam in Nieuw-West. (Foto Patricia Jacob)
Hoogstins2024

Voor kersverse Marokkaanse donuts schijnt er in Amsterdam maar één plek te zijn: Plein ’40-’45. De kraam die sfenj verkoopt, heeft ook oer-Hollandse poffertjes. “Kijk, dát noem ik nou integratie.” 

Op Plein ‘40-‘45 is het altijd dringen geblazen bij de kraam met Vietnamese loempia’s. Vooral sinds Mokum Magazine de snack een 10 gaf. Maar enkele meters verder zie ik een rij die nóg langer is. Onder de zwarte luifel van deze trekpleister staan een stuk of vier tafeltjes, plastic schaaltjes met oliebol-look-a-likes erop, bekertjes muntthee ernaast. In de kraam laat een vrouw onophoudelijk hompjes deeg in de olie sissen. De ober loopt af en aan met bestellingen, terwijl hij ondertussen de rij managet. “Broer, dadelijk ben jij. Er is nog genoeg.”

Marokkaanse erwtensoep
Hoe deze zaak heet, kan ik je niet vertellen. Vaste klanten hebben het over het sfenj-tentje. Behalve Marokkaanse donuts vind je hier ook een oer-Hollandse lekkernij: poffertjes, inclusief poedersuiker en boter (10 stuks, 3 euro). “Kijk, dát noem ik nou integratie”, zegt de vriendelijke vrouw die tegenover me zit. Trots somt ze de andere gerechten van het menu op. “De Marokkaanse soepen zijn ook heel goed: harira en bissara, Marokkaanse erwtensoep. Vooral jongeren zijn dol op deze soep. Voor hen is bissara een delicatesse.”

Lunch
Geregeld komt ze hier sfenj eten – spreek uit sfenz. “Voor zover ik weet, is dit de enige plek in Amsterdam waar je deze Marokkaanse donuts kunt eten. Ik vind ze heerlijk.” Volgens haar zijn ze op hun best als je ze meteen opeet. Ze eet er vandaag twee als lunch (à 2 euro), muntthee erbij is een must. Anders dan Amerikaanse donuts zijn deze exemplaren ongezoet. Je kunt ze zó eten of met honing en/of poedersuiker.

Volkswijken
Sfenj is een Arabisch woord voor spons. De donuts doen hun naam eer aan. De poedersuiker die ik erop doe, wordt direct opgenomen en lijkt als sneeuw voor de zon te verdwijnen. De lekkernij heeft de looks van een opgeblazen donut, maar qua deeg proef ik een oliebol, alleen dan met luchtiger deeg. Om de pret compleet te maken, heeft sfenj een krokante buitenkant. Ik ben fan! Ik schep op dat ik al vijf keer in Marokko ben geweest. Hoe kan het zijn dat ik deze donuts nooit eerder heb gezien? Je vindt ze overal in het land, meestal in volkswijken”, zegt mijn overbuurvrouw. “Je moet ernaar vragen en je naar de donuts laten leiden.”

Divers aanbod
Goed om te onthouden voor mijn volgende Marokko-trip. Voor nu kan ik mijn lol op bij de kraam op Plein ’40-’45. Tussen theedrinkende heren en moeders met kinderen zit ik prima, en verbaas ik me over de hoeveelheden donuts die op tafel komen én mee worden genomen. Tegelijk ben ik trots op het diverse aanbod in onze stad. Waar je in Amsterdam ook bent, er is altijd iets aparts te ontdekken. De stad hangt van nieuwe sensaties aan elkaar.

Marokkaanse donuts. (Foto Patricia Jacob)
DeWestkrant