Onze vriendin B. is ambtenaar bij het stadsdeel, belast met het Hallencomplex. Regelmatig liep ze er rond om te checken of de krakers die er zaten niet in gevaarlijke stroom- of watersituaties terecht kwamen. Nu loopt ze weer op dezelfde plek. Met open mond.
We kregen na ons eerste verslagje meer opmerkingen over het hotel, van overburen bijvoorbeeld. Gasten moeten echt de gordijnen dicht doen, want anders zie als overbuur dingen die je niet wil zien.
De lobby van De Hallen heeft een bar die cocktails serveert. Vier verschillende tonics bijvoorbeeld, met verschillende gins. Wij gingen voor de Limoncello Margarita.
Die was het digestif na een etentje in Brouw, de bier- en vleesgelegenheid aan de Ten Katemarkt. Ramvol zat die. Net als de Spaghetteria aan de kop van de markt. Een horecatent openen in West lijkt zo makkelijk. Je opent en binnen de kortste keren zit het vol met hipperds die iets te besteden hebben. Waar komen al die mensen toch vandaan?
Het lijkt De Pijp wel, mopperde de tafelgenoot.
Overigens, een vleesrestaurant, wie verzint dat trouwens in deze politiek-correcte tijden? Toch zie je vooral skinny meisjes in Brouw aan prime ribs kluiven. En dan niet met een wit wijntje erbij, maar robuust bier. Voor meisjes die van vlees houden, schreef Hiske Versprille die Brouw keurde voor Het Parool. Ze gaf een zeven.
