Laatst had ik het weer. Vier uur ’s middags, knorrende maag en geen belegd broodje meer te krijgen in de buurt. Het was bij Radijs in de Jan Evertsenstraat, zo’n gemoedelijk eetcafé waarvan je enige flexibiliteit zou verwachten. Maar nee. Hongerige vriend en ik, enkel een laat ontbijt achter de kiezen, kregen te horen dat ‘bestellen van de lunchkaart’ niet mogelijk meer was. We konden kiezen voor taart of een vette borrelhap. Maar wie wil dat op een zo goed als nuchtere maag?
Niks ten nadele van Radijs verder, want al die tentjes hebben hetzelfde probleem. Allemaal hetzelfde starre menubeleid. Probeer het maar eens, je vangt overal bot. Ook bij de bakker en de slager trouwens, want die zijn rond die tijd al door de broodjes heen – als ze al niet aan het dweilen zijn. Zelfs horeca met broodjes als corebusiness, zoals Broodje Daan in de Jan van Galenstraat, geeft niet thuis. Die sluit gewoon om vier uur.
Bij een ontbijtje buiten de deur heb ik als uitslaper ook een probleem. Na elf uur wordt er geen eitje meer gekookt – althans niet voor dat onderdeel van de menukaart. En rol ik ’s avonds tegen tienen uit de sauna, is er geen fatsoenlijke warme hap meer te krijgen. Keukens gesloten. Ok, de friettent niet. Maar na een dag vol sapjes en smoothies heb ik daar weinig behoefte aan.
Doe ik moeilijk? Dacht het niet. In alle buitenlanden waar ik ben geweest is het anders. Hoe zuidelijker, hoe beter. Daar scharrelen ze desnoods om middernacht nog een gerecht bij elkaar dat überhaupt niet op de kaart staat. Dat noem ik nog eens gastvrijheid.
Hoe moeilijk kan het zijn voor onze eettentjes? Alsof er om vier uur opeens geen brood of kaas meer in huis is. Eén blik op de avondkaart en je weet dat dat niet waar is. Maar blijkbaar kan het dus niet. Kan iemand mij dat nou eens uitleggen?