Het interieur van Redbone in de Jan Evertsenstraat is ‘té cool voor woorden’. Er is zoveel te zien dat je bijna zou vergeten te bestellen. Doodzonde, want volgens Patricia is het eten er ‘uit de hemel komen zeilen’.
In de J.P. Heijestraat heeft Waldy Brewster het geliefde Golden Brown, een voormalige Chinees die hij heeft getransformeerd tot een bar met goede Thaise happen. Sinds enkele weken heeft hij behalve in Oud-West ook een zaak in De Baarsjes: Redbone. Op de avond dat wij er zijn, draait een cameraman een documentaire over dit mini-imperium en de manier waarop Waldy dat heeft opgebouwd. Wat er precies met de documentaire wordt gedaan, is nog niet duidelijk. Het zou natuurlijk gewoon verplicht studiemateriaal moeten worden voor studenten van de Middelbare of Hogere Hotelschool en voor startende horecaondernemers. Maar, zeker in het geval van Redbone, zie ik nog een optie: de film kan fungeren als instructievideo voor aannemers en architecten die hun tanden moeten zetten in een monumentaal pand en dat op een respectvolle manier willen doen.
Relikwieën
Op de plek in de Jan Eef waar nu Redbone zit, zat voorheen old skool Chinees Golden Pauw compleet met alle rode en gouden toeters en bellen die daarbij horen. Zulke zaken waarbij de spiegeleieren je toelachten vanaf de bami en de Chinese koks, niet gehinderd door enige kennis, Indische rijsttafels produceerden, waren o zo hot in de jaren zeventig. Nu zijn ze hun status als instituut al lang voorbij en zijn ze als roependen in de woestijn. Toch kon Waldy, toen hij de zaak overnam, het niet over zijn hart krijgen om korte metten te maken met al die relikwieën uit een lang vervlogen tijd. Want: té leuk, té uniek. En, wat mij betreft ook: té nostalgisch. Plus: té cool voor woorden.
Perzisch tapijtje
Tenminste als je ze mengt op de manier zoals Waldy dat heeft gedaan. Her en daar draakjes aan de muur, kriskras posters van Blondie en Bowie. Naast het Chinese huisje dat voor bar ‘speelt’ staan elpees uit de jaren tachtig. Lantaarns met franjes bungelen boven een Perzisch tapijtje. Daaromheen blauwgroene tafels en stoelen én oranje barkrukken, wel zo geinig bij die oude Ajax-foto’s. Een eclectisch interieur, om niet te zeggen ‘licht-schizofreen’, maar bovenal mega funky. Wat nog eens wordt versterkt door de muziek van Prince, Maxwell en Erykah Badu. Het soepele personeel – alert en betrokken – doet daar nog eens een schepje bovenop. Nooit eerder heb ik een serveerster zo veel moeite zien doen om onze wiebelende tafel tot stilstand te brengen. Hoe lief is dat?
Tandoori-oven
Ook het publiek is lekker divers, van moeders op een avondje uit tot studenten die verdwalen in elkaars ogen en dertigers die zich beraden over de ultieme carrièrestap. Man, man, man, in deze tent is zoveel te zien, dat ik bijna vergeet te bestellen. In de keuken van Redbone staan koks uit India en Nepal – vandaar de momo’s op de kaart, gestoomde dumplings met kipgehakt of groente. We beginnen met een naan die recht uit de hemel lijkt te zijn gezeild: Indiaas brood met amandelen, rozijnen en kokos (3,50 euro). Vervolgens stomen we door met grote garnalen (16 euro) en kip (14 euro) uit de tandoori-oven. Mild gekruid en echt van die gerechten waarbij je tegen elkaar blijft mmm’en en als een doorgedraaide papegaai steeds maar ‘lekker, lekker’ zegt. Op verzoek maken de koks het extra pittig. Zeker weten dat een avondje Redbone dan Red Hot wordt. Nice!
https://www.facebook.com/Redbone_Amsterdam-800654636952358/