Een kioskje, waar voorbijgangers op weg naar tram of werk een flesje vers sap of sandwich kunnen halen. Zo ziet Catelijne Cortlever van delicatessenwinkel Deli-caat het wel voor zich. Haar zaak op de Admiralengracht, net om de hoek bij de Jan Evertsenstraat, heeft in de straat zelf ook een ingang waar ze nooit gebruik van maakt en waar die kiosk dus prima kan. “Het is fijn dat ik gewoon kan beginnen met verbouwen, zonder dat ik me zorgen hoef te maken over of ik aan allerlei regeltjes voldoe.”
Minder regeltjes, en: ondernemers en bewoners lossen het onderling zelf wel op. Dat is de gedachte achter de freezone van de Jan Eef. Het is de eerste in Amsterdam en zaterdag officieel bekrachtigd door bestuurscommissievoorzitter Gerolf Bouwmeester. De nieuwe regels staan in een tamelijk beknopt (anderhalf a-viertje) convenant. Helemaal vrij is de zone natuurlijk niet, want als er onenigheid bestaat over plannen van een ondernemer, dan kunnen partijen het conflict bij een onafhankelijke klankbordgroep neerleggen.
Francesco van White Label Coffee is er ook blij mee. De zaak voldoet nu aan de 20% regel voor horeca in een pand met winkelbestemming, toch zou hij zonder al teveel gedoe willen kunnen uitbreiden. Iets anders is een zitje buiten. “We hadden een tafeltje en stoeltjes buiten, maar die moesten weg.”
Richenel Doekhi van Richenel’s Patisserie op het Mercatorplein droomt van een terras voor zijn zaak, en het schenken van zwak alcoholische dranken. En hij wil graag met zijn bakfiets op de brug bij de Admiralengracht staan, zodat hij daar ook zijn taartjes, croissants en macarons kan uitventen.
Het gaat nog druk worden daar. Catelijne Cortlever van Deli-caat is namelijk met haar buurvrouw Fouzia van Spa Rein plannen aan het maken voor een terrasje op de hoek. “Als het lukt, want het is er nogal schuin.” In ieder geval komen er een paar bloembakken, zodat de borden van Cortlever met het menu van de dag beter opvallen.