Met Pinksteren ben ik de Ring overgestoken. Ja, echt waar. Ik weet dat geen mens uit West dat ooit in zijn hoofd haalt, tenzij voor een verplicht bezoekje aan het Lucas Andreas, maar ik deed het. Op mijn vrije dag nog wel. Zomaar de tram nemen in de tegennatuurlijke richting.
Vrienden van mij zijn hier een paar weken geleden naartoe verhuisd. Van de Chassébuurt naar, zoals ze dat zelf noemen, de Vinex achter het Apollo Ramada hotel. Daar zijn een hoop depriflats tegen de grond gegooid om plaats te maken voor een nieuwbouwblok. Retestrakke eengezinswoningen – van gele bakstenen –met een plantsoentje voor deur, parkeergarage en achtertuinen die bereikbaar zijn via afsluitbare brandgangen.
‘Een heel leuk buurtje. Als je aandelen in Ikea hebt’, grapt mijn vriend, nog helemaal in de verdedigingsmodus. We zitten in de tuinstoelen met rondom ons een houten schutting ‘waar nog groen tegenaan moet’. Vriendin begroet me vanaf het dakterras: ‘Joehoe! Dit hoort ook nog bij ons huis.’ Daarna kletst ze even met een voor mij onzichtbare buurvrouw. ‘We hebben met de buren een groep-whatsapp’, vertelt ze even later. ‘Is best leuk hier, toch?’
De verhuizing was een moetje. Maar wie dat niet weet, zou denken dat het een vrijwillige upgrade is. Tienerslaapkamers waar een tweepersoonsbed en een bureau in passen. Overal ramen en daglicht, tot in de badkamer toe. En dat alles ruim twee ton goedkoper dan hun vorige – kleinere – huis binnen de Ring. Op nog geen tien minuten fietsen naar het Mercatorplein. ‘Je kunt het zelfs te voet doen, want er zijn allerlei doorsteekjes’, zegt vriendin.
Dat blijkt te kloppen. Om half een wandelen we naar de avondwinkel in de Jan Evertsenstraat. Ik klok twaalf minuten. ‘En de Dirk is dus nog dichterbij’, zegt vriend. Ik snap zijn punt en ben al overtuigd. Als gezin met opgroeiende kinderen hadden ze overal buiten de stad voor minder geld meer ruimte kunnen vinden. Maar niet zoals hier, met Amsterdam-West in de voortuin. ‘West is twintig jaar mijn thuis geweest’, zegt vriend. ‘En mijn mentale uitvalsbasis voor de rest van de stad. Dat is gelukkig niet veranderd.’