Tinder, de populaire datingapp, nadert het einde. Dat denkt tenminste journalist Philippus Zandstra. Volgende week is in de Nieuwe Anita een avond over Tinder, naar aanleiding van een longread op het digitale journalistieke platform Fosfor, waarop Zandstra -woonachtig in West- zijn voorspelling doet.
Zandstra kan het weten, hij tinderde tenslotte professioneel. Hij schreef vanuit verschillende steden verhalen over hoe het is om afspraakjes te maken met vrouwen met wie hij matchte.
Voor de gelukkig getrouwden onder ons: Tinder is een smartphone-app waarmee je op basis van de foto iemand kunt goedkeuren of niet. Vind je elkaar allebei leuk, dan is er een match en is het mogelijk om te chatten.
“Het lijkt heel vrouwvriendelijk dat je met wederzijdse instemming gaat chatten, maar uiteindelijk gaan mannen toch met elkaar vergelijken hoeveel matches ze hebben”, zegt Zandstra. Een ander probleem dat hij heeft met deze manier van daten, is dat deze de suggestie wekt dat er altijd nog ergens iemand rondloopt die perfecter is dan degene met wie je op dat moment aan de koffie zit. “Het gevolg is dat je steeds kritischer wordt op potentiële partners en ze bijvoorbeeld al afwijst op hun filmsmaak.”
Zelf liep Zandstra ooit een blauwtje toen hij DWDD een ‘kutprogramma’ noemde. Maar andersom vond hij iemand al meteen niet leuk meer toen ze zei dat VickyCristinaBarcelona haar favoriete film vond. “En ik haat Woody Allen.”
Wie bij de auteur of het onderwerp denkt: ‘dat is wat voor mij’: op 19 november is Zandstra dus in De Nieuwe Anita, waar hij in discussie gaat met filosoof Jan Drost en Xaviera Hollander. Toegang € 10,- Wie zijn Tinder- of Happn-match meeneemt, kan voor de helft van de prijs naar binnen. De longread op Fosfor is ook vanaf volgende week donderdag te koop.
