Vorig jaar november kondigden we al aan dat de eigenaren van Pastai een tweede zaak in de J.P. Heijestraat zouden openen. Er ging echter veel meer tijd overheen dan zij hadden gepland. De nieuwkomer is namelijk pas sinds vorige week in bedrijf. Een van de eigenaren vertelt dat de elektriciteit in het pand moest worden vervangen, en dat het ‘eeuwen’ heeft geduurd voordat er monteurs beschikbaar waren.
Italiaans als voertaal
Nu de zaak is geland op de J.P. Heijestraat 88, is het alsof het nooit anders is geweest. Als ik op vrijdagmiddag binnenloop, zitten bijna alle tafels vol. Mensen lopen af en aan, terwijl ze praten en tegelijkertijd in de pas gescoorde broodjes happen. Van de aanwezigen ben ik de enige die een suffe taal spreekt. De rest heeft Italiaans als voertaal. Ook al zouden ze me uitschelden, ik zou het opvatten als een liefdesbetuiging.
Pure poëzie
Een meisje speelt met een stepje en kletst met haar moeder. Zijn Italiaanse kinderen nou écht schattiger dan Nederlandse? Of maakt de taal ze extra aimabel? In ieder geval maakt mijn hart een sprongetje als ik hoor hoe vrolijke medewerkers klanten die vertrekken een ‘bella giornata’ (mooie dag) wensen. De letters rollen heerlijk elastisch over de tong. Pure poëzie, deze twee woorden samen.
Rosticceria
De nieuwkomer waar ik ben heet Rosti. In mijn hoofd koppel ik de naam automatisch aan Rasti Rostelli, de hypnotiseur die ooit een fenomeen was. Maar dat snijdt geen hout. Rosti is namelijk de korte naam voor ‘rosticceria’, een winkel met traditionele afhaalmaaltijden.
Traditionele foccacia’s
Het eten bij deze afhaal- én delicatessenzaak heeft een Zuid-Italiaans accent. Dat treft: culinair gezien is dat mijn favoriete deel van Italië. Rosti’s menu draait voor een groot deel om huisgemaakte, traditionele foccacia’s. Ze zijn belegd met gegrilde en rauwe groenten, coppa di parma, Parmezaanse kaas, vijgenchutney en amandelen, gemarineerde kalfsschouder, ansjovismayo, kappertjes en rucola, en nog veel meer.
Gefrituurde rijstbal
Daarnaast zijn er nog snacks die je ter plekke kunt eten of meenemen. Ik spot een gefrituurde pizzadeegzakje gevuld met tomatensaus en mozzarella, aardappelkroketjes (6 euro) en arancina, een gefrituurde rijstbal met een vulling van tomatensaus, vlees en mozzarella (4,50 euro). ‘Een vette bek’ halen op z’n Italiaans; ik zeg ‘si’.
Aap in een kooi
Ik kies echter voor een foccacia met burrata, halfgedroogde tomaten, pesto, rucola en pijnboompitten (9,50 euro) en besluit bij het raam te gaan zitten. Zotte keuze; iets te exhibitionistisch. Ik zit zowat tegen het raam geplakt en voel me als een aap in een kooi. Allemachtig, wat zit ik te kijk. Bij elke hap die ik neem, sijpelt de – overigens heerlijk zoete – olijfolie van mijn broodje langs mijn mond. Met de pesto die tussen mijn tanden blijft kleven, wordt het er niet fraaier op. Maar al snel schud ik mijn gêne van me af. Het is behoorlijk narcistisch om te denken dat iedereen op mij let. Het gros van de mensen is vooral met zichzelf bezig. En so what als er wél iemand kijkt? Ik zit hier gewoon domweg te genieten van mijn broodje. Dat moment neemt niemand me meer af. Lang leve mijn eigen bella giornata in het klein!