In deze maanden van het jaar is er volop Hollands streetfood. De oliebol is de bestseller, maar de appelbol kan minstens zo verleidelijk zijn. Mits je ‘m koopt bij de juiste kraam.
Na een dag werken in de Kanarieclub liep ik over de Kinkerstraat op weg naar huis. Chagrijnig van het eindeloze getuur naar het scherm. Droge ogen, een bonkend hoofd. Op dat soort momenten snak ik helaas nooit naar een worteltje, maar voel ik altijd vetzucht opkomen. Net voor de Bilderdijkkade gaf ik eraan toe. “Doe maar een appelbol.” Ik telde er 2,50 euro voor neer.
Fruitbolletje van wereldklasse
Gedachteloos nam ik daarna een hap. Plotseling drong het tot me door dat dit niet zomaar een fruitbolletje was. Dit was een appelbol van wereldklasse: een buitenkant die knispert van de suiker, flink wat friszure appel vanbinnen, prettig zompig deeg, een vleug kaneel op de achtergrond. Een appelbol om nooit te vergeten en keer op keer weer in te slaan.
Geen bakker, maar een kraam
Mijn moeder zei het al: “Oliebollen zijn veel lekkerder uit een kraam dan bij de bakker.” Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat zij gelijk had. En wat geldt voor oliebollen, gaat ook op voor appelbollen. Vergeet de bakker, loop naar een kraam. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. In Amsterdam wemelt het ervan. Ik help je op weg: het uiterst sterke staaltje van appelbollen-bakkunst scoorde ik bij de Oliebollen Bakkerij in Oud-West!
Jengelende kinderen
Deze kraam is knalrood. Je ziet ‘m meteen als je over de brug van de Kinkerstraat naar de Bilderdijkkade loopt. Er staat altijd wel iemand een oliebol te verslinden, terwijl de poedersuiker over zijn kleding dwarrelt. Kinderen jengelen hun longen schor om een gefrituurd snackje af te dwingen. De medewerkers werken stevig door om lege plekken in de bakken te voorkomen. De vitrine ziet er dan ook altijd pico bello uit.
Klinkende horecanamen
Als ik blèr dat hun oliebollen ‘niet normaal zo lekker zijn’ lachen ze, maar het verbaast niemand. “We doen dit al dertig jaar.” Dan zie ik de naam op hun zwarte shirts: Veldmeijer-Stuij, een klinkende naam in de Amsterdamse horecascene. De naam van Louise Veldmeijer-Stuij en haar man Aart Stuij is bijvoorbeeld ook gekoppeld aan pannenkoeken- en poffertjesrestaurant De Carrousel dat al ruim 45 jaar schittert op het Weteringcircuit. Als iemand weet hoe echt Hollands bakwerk moet smaken, dan is het dit echtpaar wel.
Alleen Facebook
De Oliebollen Bakkerij heeft een Facebook-pagina, maar voor de rest is het stil qua social media. “Niet om op te scheppen hoor, maar we hebben best een goede naam”, zegt de vrouw die mijn appelbollen inpakt. Hoewel ze dus geen reclame nodig hebben, wil ik toch nog even kwijt dat hun aanbod hartstikke toegankelijk is. Zo zijn de meeste bollen veganistisch.
Inclusieve traktatie
Misschien denk je nu: er zitten toch sowieso geen dierlijke ingrediënten in oliebollen? Traditioneel is dat zo, maar sommige bakkers voegen toch melk(poeder) toe aan het beslag of bakken ze in dierlijk vet. Hier zit dat anders. “Behalve de nutella- en de berlinerbol zijn onze producten vegan.” Dat de bollen veelal plantaardig zijn, heeft nog een voordeel. “De vegan bollen zijn ook halal, met uitzondering van de rum-rozijnbol.” Voor een lekkere, inclusieve traktatie is dit dus de place to be.