Echte Indonesische nasi goreng van Jun in de Frederik Hendrikstraat

(beeld: Patricia Jacob)
Hoogstins2024

Patricia had trek in nasi goreng en haalde af bij Jun in de Frederik Hendrikstraat. Behalve gebakken kip en boontjes kreeg ze er iets extra’s bij: de warmte van Indonesië.

Begrijp me goed, ik ben dol op oesters, kreeft en confit de canard. Maar soms kan ik intens verlangen naar een simpele maaltijd zonder fratsen. Zeker nu de kerstdagen eraan komen en het een na het andere complexe gerecht voorbij gaat daveren, snak ik naar eenvoud. En wat leent zich daar nu beter voor dan een portie nasi goreng, bij voorkeur met gebakken kip?

Gulai tofu
Ik herinnerde me dat ik jaren geleden ontzettend lekker had gegeten bij het Indonesische restaurant Jun in de Frederik Hendrikstraat en besloot daar te bestellen. Normaal gesproken kun je er kiezen uit verschillende rijsttafels en deden ze niet aan afhaal. Inmiddels voert de zaak een afhaalkaart met een beperkt aantal keuzes. Zo kun je een nasi campur mix bestellen, rijst met groente, atjar en twee vlees-, kip-, vis- of groentegerechten naar keuze. Natuurlijk is de klassieker rendang er, maar er zijn ook minder bekende gerechten, zoals ayam Habang, een kipgerecht uit Kalimantan (Borneo) met rode saus en gember, en gulai tofu, tofu in kokosmelk, kaneel, komijn en korianderzaad. Behalve nasi campur is er ook nasi goreng, zowel in een variant met gebakken kip, omelet, boontjes en atjar (15 euro), als in een vegetarische variant met gebakken tempeh.

Contact met klanten
Als ik mijn nasi kom ophalen, word ik als een koningin ontvangen door chef Edy Junaedy uit Lombok. Ik moet even slikken als ik om me heen kijk. Het restaurant, dat helemaal coronaproof is gemaakt, is compleet leeg. Wat een verschil met vorig jaar! Elke keer als ik er langsreed, door de week en in het weekend, zat het tjokvol. Edy beaamt dat. “Door de week kwamen er veel Amerikanen en andere toeristen. In het weekend wisten Amsterdammers ons te vinden.” Om het contact met klanten te onderhouden, is hij gestart met afhaalmenu’s. “De nasi die jij hebt besteld is niet zo rood zoals je veel op Java ziet. Ik heb er gele rijst van gemaakt en heb er geelwortel en korianderzaad bijgedaan.”

Soto met kwarteleitjes
In normale tijden heeft Edy zo’n zes mensen in de keuken staan, allemaal uit Indonesië. Vanavond heeft hij slechts hulp van twee dames. Die hulp is hard nodig, want: “Het kost veel moeite om Indonesisch eten te bereiden. Alle groenten snijden, specerijen fijnstampen, vlees marineren of stoven. De gebakken kip bij jouw nasi heb ik voor het bakken eerst gestoomd. Als je goed proeft, proef je iets van curry.” Gewoon wat in elkaar flansen is er niet bij. Dat wil Edy ook niet. “Koken is mijn passie. Ik wil mijn klanten echt laten genieten.” Ook wil hij hen laten zien hoe divers de Indonesische keuken is. Vóór corona wisselde de kaart om de drie maanden. Nu is dat anders, maar toch is de afhaalkaart niet standaard. Zo vind je er de snack martabak en soto telor puyuh, een variant van de beroemde Javaanse kippensoep met kwarteleitjes in plaats van kip.

Reistips Indonesië
Als ik met mijn ‘buit’ naar huis wil gaan, bedankt hij mij hartelijk voor het gesprek. Zijn oprechte vriendelijkheid ontroert me. Edy heeft familie op Java, Bali en Lombok en draagt bij aan de studie van familieleden. Maar net als andere horecaondernemers heeft hij het pittig in deze tijd en zijn de inkomsten sterk gedaald. Vooral het gebrek aan perspectief vindt hij lastig. Nadat hij mij dit had verteld, vroeg hij waar mijn roots lagen. Toen ik zei dat mijn moeder op Java en mijn vader op Borneo was geboren, begon hij te stralen en had hij de ene reistip op de andere gestapeld. “Als je weer naar Indonesië gaat moet je eerst bij mij langskomen hoor, dan vertel ik welke plekken je niet mag missen.”

Porties geluk
Als ik thuiskom, zie ik dat hij er een flinke zak versgebakken kroepoek bij heeft gedaan. Echt super manis (lief). Ik hap in lekker stevige kip en knapperige boontjes. Ik waan me in Indonesië als ik de nasi eet. De rijst is nog lekkerder dan ik had gehoopt: knettervol smaak, dáár heb je echt geen sambal meer bij nodig. Ik stel me voor dat de nasi morgen nog lekkerder zal zijn, maar ja ik laat niets over. Deze maaltijd blinkt uit in zijn eenvoud. Ik hoop vurig dat we dat stomme virus snel de kop in kunnen drukken, zodat gedreven horecaondernemers als Edy weer duizenden porties geluk kunnen serveren.

DeWestkrant