West heeft de twijfelachtige eer om het meest versteende en dichtstbevolkte stadsdeel te zijn van Amsterdam. Al die stenen maken dat het in de stad nog warmer wordt en dat regenwater niet weg kan. Er is te weinig voedsel voor insecten, egels en vogels en dat gaat ten koste van de biodiversiteit.
Natuurmonumenten sloeg deze week alarm over de afwezigheid van vlinders en hommels. De natuur holt achteruit en het is vijf voor twaalf. Somberheid troef bij de deskundigen. Toch zag deze Baarsjesbewoner afgelopen week een lichtpuntje. Steeds meer bewoners in West zijn zich bewust van de gevaren van verstening en er zijn talrijke initiatieven voor bij-vriendelijk groen in de buurt. Een rondje langs ‘Open Tuinen West’ stemde mij hoopvol.
Ik begon in de Tuin van Jan, een oase middenin mijn buurt en een lichtend voorbeeld van hoe het ook kan. Maar liefst 1800 m2 is deze weelderige stadstuin die er is gekomen door buurtbewoners. Het was ooit een schoolplein, maar de omwonenden kregen het stadsdeel zo ver om het plein om te toveren tot stiltetuin voor bijen, vlinders en bezoekers (van april tot oktober is de tuin iedere zondagmiddag open). Meer dan tienduizend stoeptegels verdwenen om plaats te maken voor weelderige bloemen en planten. Een pareltje, zoals er in West meer zijn, zo bleek tijdens mijn rondje.
De tuin van ‘I can change the world’ is een andere favoriet, op de voet gevolgd door natuurtuin Slatuinen. Maar het Johannapark overtrof al mijn verwachtingen: een Engelse landschapstuin verscholen tussen de Overtoom en het Vondelpark. De bewoonsters kraakten de panden begin jaren 80 van de vorige eeuw en bouwden sindsdien aan hun paradijs. De tuin is ‘semi-open’ en kan op afspraak worden bezocht.
Verrast was ik door de heerlijke privétuin van Galerie Stoker, die aan de achterzijde bijna grenst aan de indrukwekkende ecotuin Van Speijk. Deze tuin van 100 m2 is er gekomen door het initiatief ‘Tegels eruit, groen erin’. Odile en Socrates (zo heten ze echt) zijn de eigenaars van dit lusthof. Ze keken de kunst af op permacultuur boerderijen in Australië en Nieuw-Zeeland en lieten zich inspireren door wijlen kunstenaar Louis le Roy. Die bouwde natuurtuinen met bouwpuin en restmateriaal. Zijn overtuiging was dat de mens en de natuur een langdurige relatie moeten aangaan, de mens moet de natuur niet beheersen. Odile en Socrates hergebruikten veel tegels en bouwden middenin De Baarsjes hun eigen mini-ecokathedraal.
Van dit soort idealisten moet de stad het hebben, zij houden het leefbaar. Ik dacht aan Ralph Stuyver, de initiatiefnemer van ‘Tegels eruit’ en van ‘Open Tuinen West’, een aanpakker die in West al veel voor elkaar heeft gekregen.
Alsof het zo moest zijn liep ik hem een fractie later tegen het lijf bij het Eetbare Plantsoen. Vol enthousiasme begon hij te vertellen over dit project, dat ook een belangrijke sociale component heeft, want de bewoners die de moestuin en de siertuin beheren vormen een hechte community. Ralph is alweer bezig met de Open Tuinen voor volgend jaar. ‘Er komt een Mien Ruys tuin bij’, zo beloofde hij. Ik verheug me nu al.