‘Als je alleen maar lang bent omdat iemand anders op zijn knieën zit, heb je een serieus probleem’, zei de beroemde Amerikaanse schrijfster Toni Morisson ooit over ongelijkheid. Helaas zien we uitsluiting en ongelijkheid nog altijd om ons heen. Op 25 mei is het een jaar geleden dat George Floyd werd vermoord in Minneapolis, wat de aanzet was tot wereldwijde protesten tegen discriminatie en etnisch profileren. Ik zie het als een nadrukkelijke taak van het stadsdeel om ons ook in West hard te blijven maken voor diversiteit en verdraagzaamheid; of het nu gaat om de emancipatie van vrouwen, de LHBTIQ+ gemeenschap of het bestrijden van racisme. Dat we er nog lang niet zijn, laat de monitor discriminatie zien: het aantal meldingen neemt eerder toe dan af. Dan hebben we het over ernstige incidenten, waarbij mensen op grond van hun afkomst, religie of seksuele geaardheid te maken krijgen met bedreigingen. Dat mogen en kunnen we niet tolereren. Met jongeren en de politie heb ik indringende, maar goede gesprekken gevoerd over etnisch profileren. Als je er niet zelf mee te maken hebt, kun je je de impact nauwelijks voorstellen: dat je wordt verdacht, of staande gehouden alleen omdat je er anders uitziet. Dat je in een hokje wordt gestopt of een stempel krijgt. Het zijn gebeurtenissen die iemand voor de rest van zijn leven beschadigen. Het stopt niet bij die gesprekken en gelukkig zijn alle partijen zich bewust van de urgentie om dit onderwerp voortdurend scherp op het netvlies te hebben. Afgelopen maandag was de Internationale dag tegen homofobie en transfobie. Het is belangrijk dat op zo’n dag er wereldwijd aandacht is voor uitsluiting van deze groepen. Binnen het stadsdeel doen we er alles aan om diversiteit te bevorderen. Daarin zijn we normstellend, maar met alleen het van bovenaf opleggen van die norm ben je er niet. Een verandering in de samenleving begint met een verandering in onszelf, in de manier waarop we naar elkaar kijken, elkaar proberen te begrijpen en hoe we elkaar benaderen. De sleutel zit in de wetenschap dat we allemaal mensen zijn, en allemaal gelijk zijn. Wij denken dat we dit het beste kunnen bereiken door mensen en groepen in de samenleving te ondersteunen die zich inzetten voor emancipatie en gelijkheid. De afgelopen jaren hebben we daarom geholpen bij het versterken van bestaande netwerken, zoals de oprichting van de Queer Club West die dit jaar onder meer roze filmavonden gaat organiseren. Of het ondersteunen van buurtbewoners die onder de noemer Alf Laila Walaila avonden organiseerden over zelfbeschikking en individuele vrijheid. Zo vergroten we de zichtbaarheid van diversiteit. Dat is een van de belangrijkste dingen waarbij het stadsdeel een actieve rol kan spelen. Zo konden op het Who’s Right Festival op 10 december bezoekers een gesprek aangaan met activisten. Een van de LHBTIQ+-activisten uit West, Btissam Korchi, werd naar aanleiding van het festival paginagroot geïnterviewd door de Telegraaf. Maar ook foto-exposities zoals ‘Vrouwen in Amsterdam’ en ‘Legale Liefde’ (nu op het Mercatorplein) helpen mee aan inclusie en acceptatie. Stadsdeel West wil bewoners zoveel mogelijk zelf in staat stellen hun positie te versterken, voor zichzelf op te komen en aandacht te vragen voor hun situatie. Door de coronacrisis hebben we dat op een creatieve manier moeten doen, zonder fysieke bijeenkomsten, bijvoorbeeld door jongeren met een camera de straat op te sturen om een reportage te maken over het leven tijdens de lockdown. Hopelijk kunnen we komend jaar weer weer in levende lijve aandacht vragen voor diversiteit. Want Amsterdam-West is een van de meest diverse plekken van Nederland. Het is aan ons, maar ook aan jullie, om ervoor te zorgen dat iedereen zich gezien, gehoord en gerespecteerd voelt in dit mooie stadsdeel.