Een politieagent staat op het Hugo de Grootplein het verkeer te regelen. Het is 1967 en we kijken in de richting van de Jan van Galenstraat. Erg veel auto’s zijn er nog niet, en kennelijk is het veilig om met een klapbord midden op het plein te staan.
Het autoverkeer nam in de jaren daarna explosief toe, en het plein werd meer en meer een druk knooppunt. Verschillende keren werd het Hugo de Grootplein opnieuw ingericht, uiteindelijk tot de rotonde die het nu is. Maar ook de rotonde is niet helemaal veilig met afslaand autoverkeer, veel fietsers en passerende trams.
De gemeente gaat het plein opnieuw aanpassen. De fietspaden worden breder en door ‘rammelstroken’ maken automobilisten straks een ruimere bocht met minder snelheid, zo stelt de gemeente. Zo moeten de bestuurders beter zicht krijgen op fietsers. Die reden in 1967 nog gewoon over de weg, een fietspad was er niet.